Samenvatting van de roman 'Van de Wereld'
Albert van Rompaay is vijftig jaar, getrouwd met Anette en vader van drie kinderen: Fleur is 20, net gestopt met haar medicijnenstudie, Boudewijn is 17 en wil niet deugen, Ellen is 12 en geniet onbekommerd van het leven.
Albert komt uit een artsenfamilie en is door zijn grootvader het vak ingepraat. Als kind wilde hij boswachter worden, als puber popzanger.
Na jarenlang vol geroutineerde toewijding als anesthesist werkzaam te zijn geweest, wordt hij van de ene op de andere dag op non-actief gezet vanwege zijn alcoholgebruik.
Ineens zit hij thuis: een man die tot zijn vijftigste een leven heeft geleid dat niet het zijne was. Hij heeft zich altijd laten leiden door zijn omgeving en is, mede door te veel te gaan drinken, verdoofd geraakt.
Zijn platencollectie en gesprekken met zijn kinderen zorgen ervoor dat hij weer contact met de wereld krijgt. Ook boft hij met een holistische bedrijfsarts vol humor.
Met Anette heeft hij nog heel wat uit te vechten. Zij ergert zich mateloos aan zijn landerigheid en hij snapt haar opgefokte gedrag niet. Op haar verzoek zoekt hij contact met een psychiater. Onderweg naar diens praktijk gebeurt er iets wat voor een ommekeer zorgt: de mogelijkheid om het leven dat hij gepland had los te laten, om het leven te vinden dat op hem wacht.
Door een reeks gebeurtenissen vallen geconditioneerde schillen van hem af en wordt de echte Albert zichtbaar.
Het begint in een Saab. De volgende dag trekt hij een T-shirt van Boudewijn aan met de tekst: |